De WAB brengt de arbeidsmarkt nog meer uit balans

Het zal u niet zijn ontgaan dat er een nieuwe wet WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans) op de rol staat voor 1-1-2020. Deze wet moet zorgen voor meer balans op de arbeidsmarkt. Oftewel: vast moet minder vast en flex minder flexibel. Over de manier waarop, daarover zijn de meningen inmiddels behoorlijk verdeeld. Al met al kun je je afvragen of het middel niet erger is dan de kwaal.

Wie zorgt er voor de genoemde onbalans?

We kennen nogal wat soorten flexibele arbeidskrachten. Zoals flexkrachten in beroepen waarvoor weinig opleiding is vereist (barpersoneel, vakkenvullers, kassamedewerkers etc.) Of werknemers in dienst van een payrollbedrijf, de ZZP’ers (inmiddels ruim 1,1 miljoen) en natuurlijk uitzendkrachten. En voor het gemak gooit deze nieuwe wet al deze werkende mensen maar op één hoop! Terwijl nota bene de uitzendbranche dé banenmotor is voor het UWV en gemeentes (lees: overheid). Zij helpen méér WW-uitkeringsgerechtigden aan het werk dan de totale nieuwe instroom in diezelfde WW.

Wat merkt de werknemer van de nieuwe wet?

Financieel gezien verandert er voor de werknemers helemaal niets. De wet moet werkgevers stimuleren om werknemers eerder in vaste dienst te nemen en meer bescherming bieden aan oproepkrachten en payrollwerknemers. Tegelijkertijd wordt wel het ontslagrecht versoepeld.

Wat betekent het voor de werkgever?

Het verschil tussen vaste en tijdelijke contracten wordt groter! De werkgever krijgt voor werknemers met een vast dienstverband (onbepaalde tijd) een korting op de WW-premie van 0,82%. In de praktijk betekent dit op een bruto weekloon van € 500,00 een besparing van circa € 4,00 op de loonkosten! Gaan werkgevers daardoor direct massaal werknemers in vaste dienst nemen? Wij denken van niet!

Aan de andere kant wordt bij alle overige arbeidscontracten de WW-premie met 116,11% (!) verhoogd naar een totaal afdracht van 7,78%. Let op: dit geldt dus straks voor álle contracten van bepaalde tijd!

Ook de transitievergoeding wordt duurder, want deze geldt straks vanaf dag 1, de datum van indiensttreding! Nu moet je tenminste 2 jaar in dienst zijn. Daarnaast vervalt de overbruggingsregel voor bedrijven met minder dan 25 werknemers. En tenslotte nog een tegemoetkoming: het aantal contracten voor bepaalde tijd gaat weer terug van 2 naar 3. Met die hogere WW-premie ontstaat overigens meteen weer een extra inkomstenbron.

Waarom gaat de WW-premie überhaupt omhoog?

Het aantal werkzoekenden is historisch laag, dus zijn de uitkeringskosten aanzienlijk minder. Is het soms een verkapte maatregel ter compensatie voor andere overheidskosten of komt het doordat de WW-premie door een steeds kleinere groep werknemers wordt opgehoest? Tenslotte groeit het aantal ZZP’ers nog steeds en die dragen zoals u weet niet bij aan de collectieve fondsen. Misschien is het al een voorschot op het dreigende WW-toerisme? Blijkbaar voor onze Europarlementariërs niet echt een hot item gezien het grote aantal afwezigen bij de stemming hierover.

Onze conclusie

De voordelen van deze wet wegen niet op tegen de forse nadelen. Het lijkt daardoor meer op een ordinaire kostenverhoging. Zoals gewoonlijk getuigt deze ingreep weer van grote naïviteit bij de overheid. Men denkt werkelijk dat dit middel gaat leiden tot meer vaste banen. Deze wet zorgt alleen voor balans in de begroting van de overheid. Werkgevers, zeker die te maken hebben met seizoensgebonden arbeid, zijn het haasje en schieten massaal in de parkeerstand en het aantal ZZP’ers blijft groeien. Gevolg: nog minder bijdrage aan de sociale fondsen. Op termijn zal de WW-premie wéér omhoog moeten, opgebracht door steeds minder werknemers.

Wat is uw conclusie? Reacties stellen we altijd op prijs.

24 apr 2019